vrijdag 14 maart 2014

Veluwe, again

dit is geen zwart-wit foto
Vanmorgen in alle vroegte, en om precies te zijn was dat om 5:30 uur, zijn we weer richting de Veluwe vertrokken. We, dat zijn mijn Veluwe-vriend die deze titel overigens veel te karig vindt, en ik. Die titel is ook wel wat beknopt, maar als ik alles moet gaan noemen wat we gemeen hebben dan wordt het een heel-lang-woord-vriend. Enfin, het was mistig, erg mistig, bestemming dit keer was het Veluwse Loenen, een dorp met vreselijke jaren 80 nieuwbouw al merk je daar met de mist weinig van. Om vijf voor zeven arriveerden we ter plekke, in het dorp was het al flink druk, maar eenmaal de paden op was er al snel niemand meer te zien. Dat zou overigens door de mist kunnen komen. Die mist belemmerd flink het uitzicht maar heeft ook wel iets heel moois. Die lelijke bebouwing was in nevelen verhuld dus daar zag je op de heenweg niks van en het is soms ook gokken of je iets ziet. De mist verhuld veel, maar maakt ook dingen zichtbaar, zoals de talloze spinnenwebben die je anders niet ziet. Vooral in de heide en de in bladknop staande bosbes zie je heel veel webben, maar soms ook gewoon op de grond.


Of in je wenkbrauwen en je haar, zijn haar.
De mist maakte het moeilijk om wild te zien, maar het begon al snel met een haas, een wit konijn bij een huis, diverse spechten en op een gegeven moment drie witte kontjes die in het struweel weg huppelden. Dat klinkt eigenlijk vrij erotisch als je het zo schrijft, maar het waren gewoon wegrennende wilde dieren, waarschijnlijk herten en anders reeën, niet te zien door de nevel. 

Het was wederom een mooie tocht, ruim 17 km lang en divers en ook geaccidenteerd terrein. Doordat je zicht beperkt is door de mist vallen de andere zintuigen meer op. Tenminste dat is mijn redenering, het zou ook kunnen dat je door het vochtigheidsgehalte in de lucht meer ruikt. En misschien is het ook wel beide, maar wat ik eigenlijk wil zeggen is dat de geur van het natte zand me bijzonder is opgevallen, mijn Veluwe-maar-ook-van-vele-andere-gelegenheden-bekende-vriend kan dit beamen. Ook heel fijn is dat we de eerste drie uur helemaal niemand zijn tegengekomen en dat geeft een heel bijzonder gevoel, dat je alleen bent in de natuur, nouja samen alleen in de natuur dan. Halverwege hebben we samen op een bankje bij een heideveld gepauzeerd, een zelfgemaakte neut en een ouderwets lekkere boterham met kaas gegeten, gezellig is dat.



Die 17 km klinkt misschien niet ver, maar in het zand en met een net even te zware rugtas op is het toch een behoorlijk eind. In het begin is het nog spannend of je wat ziet en ben je beiden heel stil en allert, maar op een gegeven moment verandert de sfeer, laat de één een scheet waar de ander dan weer om gniffelt, dat doen we natuurlijk alleen als er geen dames bij zijn, en lachen we om elkaars slechte grappen. Nog weer verder worden we minder spraakzaam en begint het fitten op elkaar, hoewel dat vandaag eigenlijk wel mee viel. Ik werd maar één keer stampertje genoemd geloof ik en het gevloek mijnerzijds was puur op mezelf gericht als ik weer eens door het spieden naar wild niet op het pad lette en over een boomstronk struikelde. Mijn Veluwe-vriend corrigeerde me dat het boomwortels waren, maar op het moment zelf sta je niet zo open voor commentaar, of hij nou gelijk had of niet. De laatste fase is de fase van het naderende einde, je ruikt de stal zeg maar, in dit geval letterlijk.

Tevens weet je dat het pijnigen van je poten en je rug niet lang meer zal duren en je straks heerlijk kunt relaxen. Een heerlijk dagje buiten, fysieke inspanning, een bijna afgetraind lichaam, wat wil je nog meer. Bedankt Veluwe-vriend, tot de volgende keer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten