Ik heb iets met hortussen. Ik ken er overigens maar twee en
zelfs kennen is een groot woord. Maar ik heb er wat mee. Dat weet ik nu zeker. Gisteren
was ik er nog in één. Een prachtige dag, met veel knoppen in bomen en struiken
en buiten verder voornamelijk wat bloeiende stinsenplanten. Krokussen,
scilla’s, holwortel, anemoontjes, bloeiend
onder oude bomen uit soms verre streken. Vogels zaten er ook. Zij traden alle
regels waaraan de betalende bezoeker zich diende te houden, maar dat deert
niet.
In de perken omkaderd met buxushagen was nog weinig te zien
van wat er op de bordjes stond aangekondigd. In een kas stonden verschillende
soorten palmen en weer in een andere veel planten uit Zuidelijk Afrika met
prachtige namen. Een aantal ervan herkende ik uit het wild.
Een nog warmere kas toonde een grote verscheidenheid aan
tropische planten, waaronder indrukwekende epifyten. Ook de koffieplant, maar
die doet het in mijn heel wat minder tropische huisje ook goed.
Ik gaf eerder aan dat ik twee hortussen ken, maar het zijn
er drie besef ik me nu. En de heemtuinen en arboreta nog daargelaten. Iedere
zichzelf respecterende universiteitsstad heeft een hortus botanicus. Maar van
snobistisch vertoon in de hortussen zelf is geen sprake. Alle drie zijn ze oud, een beetje nostalgisch,
en worden mede in stand gehouden door vrienden van de hortus. Want van een
hortus houd je, of niet. Een beetje hortus is wat rommelig, deels veroorzaakt
door de planten, deels door hun verzorgers en achtergelaten gereedschap. Een
plant groeit daar waar hij wil groeien, of niet. Je kunt hem voeden, snoeien,
leiden, maar helemaal temmen doe je hem niet. Uiteindelijk doet ie waar ie zelf
zin in heeft. Uitroeien lukt soms wel, maar wat win je daar mee?
Ik vind de rommeligheid zeer charmant en bedoel het dan ook
zeker niet negatief. Vooral kassen met her en der potten van verschillend
formaat, een gietertje hier, een plastic bakje met daarin een stekje daar. Een
gesponsord theeplantje met dorre bladpunten, een antiek rariteitenkabinet, overal
verschillende bordjes. Je ziet en voelt een levende geschiedenis in de hortus
en dat is prachtig. Ik hoop dat het altijd zo zal blijven, al was het maar
vanwege de oases van rust in de stad. Blijf zoals je bent hortus en ik ben je vriend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten