zaterdag 27 april 2013

Lente


Alles is laat dit jaar. De kou heeft lang aangehouden. Geen overtuigde rokjesdagen tot dusver. Maar de zon van de afgelopen weken maakt dat de crisis even geen trending topic meer is in het nieuws. Er zit lente in onze bol, nu nog wachten op de bijbehorende warmte. Zelfs de abdicatie op voorlopig de laatste Koninginnedag heeft moeite om het te winnen van het weer. Behalve het bijbehorende lied dan natuurlijk.

Het terugkeren van plantjes, blaadjes en bloemetjes elk jaar is een natuurlijk gegeven maar brengt de hoofden op hol alsof het een wonder is. Het verlangen naar mooi weer, strand, terrasjes en korte rokjes wordt aangewakkerd. Als geen ander beschrijft wijlen Martin Bril dit fenomeen in “Rokjesdag”. Ook ik heb het graag over het weer. Het weer speelt een belangrijke rol in mijn stemming, misschien wel in ieders. Ik begin dan ook vaak met het omschrijven van het weer. Je weet dan al hoe mijn pet staat en de bijbehorende stemming in het komende verhaal zal zijn.  Door een groeizaam buitje laat ik me niet uit het veld slaan maar als ik het over striemende regen heb voorspelt het een hoop gedonder. Maar het is mooi weer nu. Gelukkig is het weer zo ver, al is het wat laat dit jaar en wint de kou het nog vaak, maar de zon is volop aanwezig.

Afgelopen zondag was zo’n dag. Strakblauwe hemel en felle zon. Alleen de koude wind was nog spelbreker, maar kreeg al minder kans dan de dagen ervoor [dit voorspelt goeds nietwaar?]. Een zondag bovendien, dus geen geluid van trilhamers, manoeuvrerende vrachtwagens, minder langs scheurende brommers. Je zou het rustig kunnen noemen. Ik verzon een smoes om naar buiten te gaan. Was het niet dat er in mijn auto nog wat kabeltjes los hingen die mooi weggewerkt konden worden? Niet te moeilijk, geen vieze handen en niet teveel werk. Perfecte smoes dus.

Gewapend met een paar tie ribs ging ik naar mijn auto die op een parkeerterreintje voor mijn huis stond en wurmde mij door het openstaande portier een weg naar de vermeende kabeltjes bij het schutbord aan passagierszijde. Achterstevoren, alsof je gaat zitten, maar dan met het hoofd naar beneden en met de rug leunend op de dorpel, de voeten buiten de auto op de grond. Heel ongemakkelijk eigenlijk. Gelukkig hingen er een paar kabeltjes die ik netjes met twee tie ribs heb vastgemaakt. Klus geklaard.

Inmiddels waren er in het speeltuintje, eveneens tegenover mijn huis en nog voor het parkeerterrein, wat kinderen gearriveerd. Twee jongedames deden om de beurt pogingen om op een tussen boom en hekje gespannen koord te blijven staan. Ik bleef even staan kijken om de gevaarlijk uitziende capriolen te aanschouwen. Vrij snel werd mij gevraagd of ik mee wilde tellen hoe lang de pogingen van beiden duurden. Kennelijk vertrouwden ze elkaars tellingen niet helemaal. Ik kende de meisjes van gezicht. Ze wonen in het straatje achter mij en zijn vaker te zien in het speeltuintje. Met stoepkrijt werd bijgehouden hoe lang en met welk been ze op het koord, “nee het is een Slack Line! Kijk maar het staat er op” stonden. In de tabellen werd ook nog een rij voor het aantal passen gemaakt. Het zag er moeilijk uit, en nog wel een beetje gevaarlijk ook. Gelukkig balanceerden ze boven de rubber tegels.  Toen moest ik er ook aan geloven. Ze vroegen naar mijn naam en na enkele pogingen kwam er een “1” onder mijn naam op de tegels te staan. Ik had het niet langer dan één seconde op het koord volgehouden.  En dat terwijl mijn gewicht er voor zorgde dat ik praktisch op de grond stond. De dames hadden duidelijk meer succes, al was degene die op turnen en volleybal zat beduidend beter dan degene die op hockey zat. De dames deden verwoede pogingen en ik gaf hun daarbij de nodige aanwijzingen.  Na verloop van tijd was de buurman interessanter dan het koord en kwamen ze dan ook naast mij op het bankje zitten. We hebben lange tijd in de zon zitten keuvelen over school, sport en vakantie. Over laatste kan ik beduidend meer vertellen dan de eerste twee. De langste was geboren in Rotterdam, de ander in het kamertje dat nu de hare is. Na de vakantie gaan ze allebei naar dezelfde middelbare school, vwo geloof ik. De één deed aan turnen en volleybal, zij was ook de langste, en de ander aan hockey, maar dat was tegenwoordig echt geen kaksport meer hoor.  Wel zat ze bij de beste hockeyclub van onze stad, want deze had veel meer volgers op Twitter. Laatstgenoemde was deze winter vier weken op vakantie geweest naar Nieuw Zeeland waar een deel van haar familie woont. Ze had hiervoor speciaal vrij gekregen van school. Het was er erg mooi geweest en had oud&nieuw gevierd met warm weer, hele gekke ervaring. Om twaalf uur zat ze op de wc, dus de timing was niet zo goed geweest. Ook al waren de dames vele duizenden kilometers van elkaar gescheiden, ze hadden nog wel contact gehouden via FaceTime.

Het platte koord, de Slack Line, was van een buurvrouw uit hun straat en deze gele had ze speciaal voor de straat gekocht, zelf had ze nog een blauwe. Het kon strakker gespannen worden door een ratel in het koord. Ook hebben ze geprobeerd er met z’n tweeën tegelijk op te staan, maar dat was niet echt een succes.  “Of ik ook internet op mijn telefoon heb”, want dan konden we een YouTube filmpje van de Slack Line opzoeken.  Door de schittering van de zon op het scherm was er weinig van te zien. Een later gearriveerd zusje probeerde een bal te laten balanceren op het koord, maar dat was bijna net zo moeilijk als er zelf op proberen te blijven staan. Er kwamen steeds meer buurkinderen in het speeltuintje en het was oppassen geblazen voor de afzwaaiers van de voetballende kleintjes.  Het duurde dan ook niet lang of de bal hing in de boom. De enige boom in het speeltuintje en met een mooie volle kroon met allemaal lichtgroene bladknoppen. Met een van zolder gehaald oranje jaren zeventig ding dat op een bezem lijkt maar dan met een uitschuifbare steel ben ik de moeder van het onfortuinlijke jongetje te hulp geschoten en heb met tape haar stok aan de uitgeschoven steel geplakt en zo kon ik net bij de bal. De uitschuifbare bezem werd vervolgens geprobeerd als balanceerstok op het koord, maar leverde niet echt een verbetering op. De grote rol tape deed het heel wat beter en werd door de kinderen van de ene kant naar de andere gerold over het koord.

Toen aan het eind van de middag de schaduw over het speeltuintje kwam werd het koud en verdwenen de kinderen langzaam uit het speeltuintje. De ene jongedame vroeg mij nog even te blijven terwijl de andere de buurman van het touw aan het halen was. “anders moest ze alleen wachten.” De middag was verstreken. Een middag zonder echte plannen en toch onverwachts in de speeltuin in de zon met twee meisjes die waarschijnlijk geboren zijn in de tijd dat ik hier kwam wonen. Een heerlijke, ongedwongen zondagmiddag. Een verbrande kop als aandenken. De lente is nu echt begonnen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten