Alles is laat dit jaar. De kou heeft lang aangehouden.
Geen overtuigde rokjesdagen tot dusver. Maar de zon van de afgelopen weken
maakt dat de crisis even geen trending topic meer is in het nieuws. Er zit
lente in onze bol, nu nog wachten op de bijbehorende warmte. Zelfs de abdicatie
op voorlopig de laatste Koninginnedag heeft moeite om het te winnen van het
weer. Behalve het bijbehorende lied dan natuurlijk.
Het terugkeren van plantjes, blaadjes en bloemetjes elk jaar
is een natuurlijk gegeven maar brengt de hoofden op hol alsof het een wonder
is. Het verlangen naar mooi weer, strand, terrasjes en korte rokjes wordt
aangewakkerd. Als geen ander beschrijft wijlen Martin Bril dit fenomeen in
“Rokjesdag”. Ook ik heb het graag over het weer. Het weer speelt een
belangrijke rol in mijn stemming, misschien wel in ieders. Ik begin dan ook
vaak met het omschrijven van het weer. Je weet dan al hoe mijn pet staat en de
bijbehorende stemming in het komende verhaal zal zijn. Door een groeizaam buitje laat ik me
niet uit het veld slaan maar als ik het over striemende regen heb voorspelt het
een hoop gedonder. Maar het is mooi weer nu. Gelukkig is het weer zo ver, al is
het wat laat dit jaar en wint de kou het nog vaak, maar de zon is volop
aanwezig.
Afgelopen zondag was zo’n dag. Strakblauwe hemel en felle
zon. Alleen de koude wind was nog spelbreker, maar kreeg al minder kans dan de
dagen ervoor [dit voorspelt goeds nietwaar?]. Een zondag bovendien, dus geen
geluid van trilhamers, manoeuvrerende vrachtwagens, minder langs scheurende
brommers. Je zou het rustig kunnen noemen. Ik verzon een smoes om naar buiten
te gaan. Was het niet dat er in mijn auto nog wat kabeltjes los hingen die mooi
weggewerkt konden worden? Niet te moeilijk, geen vieze handen en niet teveel
werk. Perfecte smoes dus.
Gewapend met een paar tie ribs ging ik naar mijn auto die op
een parkeerterreintje voor mijn huis stond en wurmde mij door het openstaande
portier een weg naar de vermeende kabeltjes bij het schutbord aan
passagierszijde. Achterstevoren, alsof je gaat zitten, maar dan met het hoofd
naar beneden en met de rug leunend op de dorpel, de voeten buiten de auto op de
grond. Heel ongemakkelijk eigenlijk. Gelukkig hingen er een paar kabeltjes die
ik netjes met twee tie ribs heb vastgemaakt. Klus geklaard.
Inmiddels waren er in het speeltuintje, eveneens tegenover
mijn huis en nog voor het parkeerterrein, wat kinderen gearriveerd. Twee
jongedames deden om de beurt pogingen om op een tussen boom en hekje gespannen
koord te blijven staan. Ik bleef even staan kijken om de gevaarlijk uitziende
capriolen te aanschouwen. Vrij snel werd mij gevraagd of ik mee wilde tellen
hoe lang de pogingen van beiden duurden. Kennelijk vertrouwden ze elkaars
tellingen niet helemaal. Ik kende de meisjes van gezicht. Ze wonen in het
straatje achter mij en zijn vaker te zien in het speeltuintje. Met stoepkrijt
werd bijgehouden hoe lang en met welk been ze op het koord, “nee het is een
Slack Line! Kijk maar het staat er op” stonden. In de tabellen werd ook nog een
rij voor het aantal passen gemaakt. Het zag er moeilijk uit, en nog wel een
beetje gevaarlijk ook. Gelukkig balanceerden ze boven de rubber tegels. Toen moest ik er ook aan geloven. Ze
vroegen naar mijn naam en na enkele pogingen kwam er een “1” onder mijn naam op
de tegels te staan. Ik had het niet langer dan één seconde op het koord
volgehouden. En dat terwijl mijn
gewicht er voor zorgde dat ik praktisch op de grond stond. De dames hadden
duidelijk meer succes, al was degene die op turnen en volleybal zat beduidend
beter dan degene die op hockey zat. De dames deden verwoede pogingen en ik gaf
hun daarbij de nodige aanwijzingen. Na verloop van tijd was de buurman interessanter dan het
koord en kwamen ze dan ook naast mij op het bankje zitten. We hebben lange tijd
in de zon zitten keuvelen over school, sport en vakantie. Over laatste kan ik
beduidend meer vertellen dan de eerste twee. De langste was geboren in
Rotterdam, de ander in het kamertje dat nu de hare is. Na de vakantie gaan ze
allebei naar dezelfde middelbare school, vwo geloof ik. De één deed aan turnen
en volleybal, zij was ook de langste, en de ander aan hockey, maar dat was
tegenwoordig echt geen kaksport meer hoor. Wel zat ze bij de beste hockeyclub van onze stad, want deze
had veel meer volgers op Twitter. Laatstgenoemde was deze winter vier weken op
vakantie geweest naar Nieuw Zeeland waar een deel van haar familie woont. Ze
had hiervoor speciaal vrij gekregen van school. Het was er erg mooi geweest en
had oud&nieuw gevierd met warm weer, hele gekke ervaring. Om twaalf uur zat
ze op de wc, dus de timing was niet zo goed geweest. Ook al waren de dames vele
duizenden kilometers van elkaar gescheiden, ze hadden nog wel contact gehouden
via FaceTime.
Het platte koord, de Slack Line, was van een buurvrouw uit
hun straat en deze gele had ze speciaal voor de straat gekocht, zelf had ze nog
een blauwe. Het kon strakker gespannen worden door een ratel in het koord. Ook
hebben ze geprobeerd er met z’n tweeën tegelijk op te staan, maar dat was niet
echt een succes. “Of ik ook
internet op mijn telefoon heb”, want dan konden we een YouTube filmpje van de
Slack Line opzoeken. Door de
schittering van de zon op het scherm was er weinig van te zien. Een later
gearriveerd zusje probeerde een bal te laten balanceren op het koord, maar dat
was bijna net zo moeilijk als er zelf op proberen te blijven staan. Er kwamen
steeds meer buurkinderen in het speeltuintje en het was oppassen geblazen voor
de afzwaaiers van de voetballende kleintjes. Het duurde dan ook niet lang of de bal hing in de boom. De
enige boom in het speeltuintje en met een mooie volle kroon met allemaal
lichtgroene bladknoppen. Met een van zolder gehaald oranje jaren zeventig ding
dat op een bezem lijkt maar dan met een uitschuifbare steel ben ik de moeder
van het onfortuinlijke jongetje te hulp geschoten en heb met tape haar stok aan
de uitgeschoven steel geplakt en zo kon ik net bij de bal. De uitschuifbare
bezem werd vervolgens geprobeerd als balanceerstok op het koord, maar leverde
niet echt een verbetering op. De grote rol tape deed het heel wat beter en werd
door de kinderen van de ene kant naar de andere gerold over het koord.
Toen aan het eind van de middag de schaduw over het
speeltuintje kwam werd het koud en verdwenen de kinderen langzaam uit het
speeltuintje. De ene jongedame vroeg mij nog even te blijven terwijl de andere
de buurman van het touw aan het halen was. “anders moest ze alleen wachten.” De
middag was verstreken. Een middag zonder echte plannen en toch onverwachts in
de speeltuin in de zon met twee meisjes die waarschijnlijk geboren zijn in de
tijd dat ik hier kwam wonen. Een heerlijke, ongedwongen zondagmiddag. Een
verbrande kop als aandenken. De lente is nu echt begonnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten